Weekopdracht: "What do I give?" ofwel "Wat geef ik?"
Vraag jezelf af wat jij geeft aan anderen die je deze week ontmoet. En is dat wat je geeft productief, opbouwend en positief of juist niet? Geef je iemand een schuldgevoel, een vervelende gedachte, wantrouwen of een kleinerende opmerking of geef je juist een glimlach, zelfvertrouwen, een goed gevoel, een compliment? Probeer meer positief te geven en voel wat dat met je doet.
Doel: voel dat het geven van positieve dingen jou ook een goed gevoel zullen geven en dat je het dan ook vaker zelf zal ontvangen!
Assignment for this week: "What do I give?"
Ask yourself what it is that you give to others that you meet this week. Is what you are giving productive and positive or not? Do you give people a guilty feeling, a negative thought, distrust, a degrading remark or a smile, cofidance, a good feeling, a compliment? Try to give more positive things/thoughts/remarks and feel what that does for you.
Goal: feel that giving positive things/remarks/thoughts to people will make you feel good and that you will also receive more of the positive stuff!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten